Vandaag, Zondag 7 april, zijn we wezen kijken bij Fort Zeelandia een plek in Paramaribo waar veel, heel veel is gebeurd. Maar voordat ik het daarover ga hebben eerst even de dagen sinds mijn laatste blog.
Donderdag zijn we ‘op fietse’ gegaan naar onze stage plek aan de Indira Ghandiweg. Veel Surinamers lachten ons uit toen wij hun vertelde dat we op de fiets daar naar toe gingen. Want volgens hun was het veel te ver om te fietsen. Nu vond ik dat nog wel mee vallen. Ik denk dat we er een uurtje over hebben gedaan heen en terug. Door de straten van Paramaribo was dat nog een hele onderneming. Want volgens mij krijgen de meeste mensen hier al een rijbewijs als ze hun claxon goed kunnen bedienen.

De claxon is hier het belangrijkste onderdeel van de auto. Want op elk moment wordt hij gebruikt. Fiets je even teveel op de weg dan tuuut.
Wordt je voorgelaten door een auto dan hoor je tuut.
Komen ze langs en groeten ze je hoor je tut.
Hoor je een tuuuuut dan moet je opassen want dat is een waarschuwing dat men met hoge snelheid je achterop komt rijden.

En zo zijn er nog meerdere tuut geluiden die allemaal een andere betekenis hebben.
Terug naar de fietstocht naar Nos Kasita. We kwamen door hele obscure wijkjes waar je ‘s nachts eigenlijk niet door heen wil fietsen. Maar uiteindelijk vonden we onze stage plek en besloten we om maar weer snel terug te gaan naar huis.
Want het was warm. Mijn benen die normaal gesproken alleen in de maanden juli en augustus de zon zien werden aardig op de proef gesteld.
Maar na een koud voeten bad was dat al weer een stuk beter.

Vrijdag heb ik dus maar besloten om even bij het huis te blijven, zodat mijn benen even geen zon gingen zien en dat hielp goed. ‘s avonds zijn we naar de Wandelmars geweest. Het is een combinatie met de Nijmeegse vierdaagse en ons eigen Grolse Carnaval. Maar dan zonder wagens. Maar wel met veel verkleedde loopgroepen. Van jong tot oud liep men mee. Er werd veel muziek gemaakt in de loopgroepen. Of met behulp van trommels of door lekker te sloffen op de slippers waarop men liep.
Daarna zijn we richting een Chinese afhaal tent gelopen om eten te halen voor 20 srd ongeveer 5 euro heb je al een gezinsmaaltijd. Nasi met kip kozen wij en het was erg, erg lekker. Daar kan de lokale Chinees in Groenlo nog wel een klein puntje aanzuigen.

Gisteren zijn we naar het Marriot hotel gefietst om te kijken of we konden zwemmen of gebruik konden maken van de gym. Dit kon maar dan moesten we een pasje hebben voorzien van een pasfoto. Deze moeten we dus nog aanvragen.
Maar dat gaan we een dezer dagen nog doen.

Vandaag dus zondag zijn we naar Fort Zeelandia geweest. We kregen er een rondleiding van een gids. Hij vertelde erg veel over het ontstaan van dit Fort en wat het betekend in de Surinaamse geschiedenis. Ook besprak hij een stukje over de Decembermoorden maar daar vertelde hij heel sumier over. Wat ik persoonlijk wel jammer vond. Maar aan de andere kant omdat het nog maar zo kort geleden is (de jaren ’80) ook wel begrijpelijk.
Na de rondleiding hebben we zelf nog even rondgelopen en alle tentoonstellingsruimten bekeken. Erg mooi en ik heb nu ook weer een beetje meer geleerd over de geschiedenis van dit mooie land.

Wat minder mooi is aan dit land zijn de muggen. De eerste paar dagen waren vooral Jildau en Rineke de klos maar sinds vrijdag weten ze mij ook goed te vinden. Mijn linkervoet zit onder de bulten. De muggen die mij lek hebben geprikt die hebben zoveel bloed in zich, daar is de bloedbank jaloers op. Maar een voordeel van de muggen hier is dat ze niet zo heel snel zijn dus de meesten overleven het niet als ze mij prikken of daar een poging toe doen. Dus qua bulten en dood geslagen muggen loopt het redelijk gelijk op.
Daarnaast hebben wij hier in huis nog een troef achter de hand en dat is een mooie geel/witte Salamander die volgens de lokalen ook erg gek is op muggen.

Dan nog even over onze buurt. Als ik over ons balkon kijk staan tegenover ons 2 oude houten huisjes. In de ene woont een moeder met een paar kinderen. En in het andere huis woont een vrouw met een hond of 2. Die vrouw is naar ons idee niet helemaal psychisch in orde. Ze schreeuwt veel als ze binnen is tegen haar hond(?).
Maar ook geeft ze onze hond die een nest met jongen heeft in onze achtertuin. Nou ja tuin, schelpenzand en een paar omgekapte bomen. Maar de buurvrouw geeft die hond, Bruno heet ze, elke dag te eten. Zowel in de ochtends als in de middag als in de avond. Bruno is kieskeurig zoals ze het zelf noemt. Haar eigen hond eet lekker pap maar Bruno wil dat niet. Die eet alleen maar vlees. Een bijzondere vrouw want ze voert ook de duiven die rond 12 uur zich verzamelen op de elektriciteits draden die hier gewoon boven straat lopen. Als ze naar buiten komt dan stuiven de duiven naar beneden en als er dan soms een auto langs komt dan hoor je wel eens bonk. Maar tot nu toe zijn er nog geen slachtoffers gevallen onder de groep duiven.
Als de duiven het eten op hebben, vertrekken ze weer en zie je ze de volgende dag omstreeks 12 uur weer verzamelen.

De plaat die bij dit nummer past is eigenlijk een nummer over mijn algemene indruk van de stad of dorp Paramaribo.
Het nummer ‘My City Of Ruins’ van Bruce Springsteen past hier goed bij. Dit nummer gaat over de opbouw van Asbury Park. Maar zoals gezegd slaat het ook heel mooi op Paramaribo. Kijkend naar de huizen tegenover ons moet daar nog wel wat gebeuren maar kijk ik iets verder de straat in dan staan daar al sjieke huizen. Zoals een hostel dat in 3 jaar tijd vanuit het niets is opgebouwd. Overal is men bezig met het bouwen of verbouwen van de huizen, wegen etc.
Over 5 jaar is er denk ik een heel ander Paramaribo dan nu. Ook met al dat goud dat nu in de jungle wordt gedelft. In Paramaribo kun je op elke hoek van de straat wel een graafmachine kopen van Catepillar of JCB en wat al niet meer.

Ik krijg van veel mensen te horen dat jullie graag foto’s willen zien. Maar het internet is hier erg traag. Nu hebben we zelfs helemaal geen internet hier. Maar wifi met een wachtwoord is hier nog niet echt bekend dus zitten we hier te internetten op een open netwerk ergens in deze buurt. Als ik weer terug ben zal ik een selectie van foto’s op het net zetten zodat jullie alles kunnen zien wat ik heb meegemaakt.